Excursies 2009

Het Markiezenhof

Het Markiezenhof is ongetwijfeld één van de mooiste stadspaleizen van West-Europa. De befaamde bouwmeester Anthonis Keldermans bouwde rond 1500 dit prachtig laat-gotisch vorstelijk verblijf voor Jan II van Glymes, heer van Bergen, die een paleis wilde dat recht deed aan zijn vooraanstaande positie in de Nederlanden. Het uitgestrekte complex is gebouwd rond twee binnenplaatsen en een aantal fraaie tuinen. In het paleis is nu een museum met onder meer stijlkamers waar de adellijke sfeer uit vroeger tijden nog tastbaar is.
Zie verder: www.markiezenhof.nl

Het Tongerlohuys

Het Tongerlohuys is nu een museum. Eertijds kreeg de abdij van Tongerlo goederenbezit in dit gedeelte van het huidige Noord-Brabant en liet de streek ontginnen. De abdij had o.a. het patronaatsrecht, het recht om de pastoor voor te dragen voor benoeming. De pastoors van Roosendaal woonden tot 1972 in het Tongerlohuys dat in de huidige vorm uit 1762 stamt. Bouwstijl en omgrachting tonen de allures die deze voorname pastoorshuizen hadden. Ze vormen daarmee een wat miskende onderafdeling van de ‘moated sites’. Zie verder: www.tongerlohuys.nl

Tongerlohuys
Tongerlohuys
Markiezenhof
Markiezenhof
Tongerlohuys
Tongerlohuys

De beide woontorens van Deurne

Oud Huis of Klein Kasteel
De heren van Deurne verlieten omstreeks 1380 hun woonlocatie Ter Vloet (“het Burgske”) en bouwden een woontoren met naastliggende watermolen op het Haageind. Die woontoren is behouden gebleven als kern van het huidige kasteelcomplex. De toren bezit twee tongewelfkelders met daarboven twee ongedeelde verdiepingen onder de kap. Hoewel verbouwd in de 17de eeuw geeft het gebouw nog een uitstekende indruk van een eenvoudige bakstenen woontoren uit de Late Middeleeuwen. De straatzijde (‘publiekszijde’) is enigermate versierd met twee doorlopende nissen (waarin de vensters zijn gevat) en wat spaarzaam natuursteengebruik. In 1857 vond een gedeeltelijke afbraak en verbouwing plaats van de in de loop der tijd tegen de toren geplaatste aanbouwen. Zo ontstond het witgepleisterde herenhuis aan de zuidzijde.
In 1948 verkocht baron De Smedt het Klein Kasteel aan de bekende arts/schilder Hendrik Wiegersma. Diens zoon Pieter (glazenier) zou het kasteel als woonhuis/atelier gebruiken. In 1999 werd het geheel gekocht door de familie Nooijen, die het opknapte en inrichtte als gastenverblijf voor zakenrelaties. Het fraaie omliggende park is aangelegd in Engelse landschapsstijl.

Nieuw huis of Groot Kasteel

Het tegenoverliggende Groot Kasteel zal kort vóór 1397 zijn gebouwd en is dus niet veel jonger dan het Klein Kasteel.
De onderkelderde bakstenen woontoren heeft een duidelijk laatgotisch karakter met arkel-torentjes op de hoeken en steunberen. Het muurwerk is slechts 1 m. dik en de defensieve waarde zal beperkt zijn geweest. De bouwer was lid van een niet-heerlijke tak van de familie Van Deurne. In de 16de eeuw werd er vermoedelijk op het zuidwesten een hoektoren aangebouwd. In de 17de eeuw vergrootte toenmalig eigenaar Rogier van Leefdael het huis met een classicistische aanbouw aan de straatzijde. In 1760 kreeg bankier De Smedt het kasteel in bezit. In de bevrijdingsdagen van september 1944 werd het kasteel met interieur verwoest. De ruïne werd in 1949 met het bijbehorende park verkocht aan de gemeente. Er hebben sindsdien een aantal consolidatiewerkzaamheden plaatsgevonden. In de ruïne is een jongerensociëteit gevestigd.
Zie verder: L. Keunen, ‘De relatie tussen drie adellijke Deurnese complexen: Ter Vloet, Klein Kasteel en Groot Kasteel’, in: Het Brabants Kasteel 25 (2002) 1/2.