Onsenoort
Goed voorbeeld van een oorspronkelijk zware woontoren met duidelijke verdedigingselementen. De woontoren van Onsenoort werd gebouwd, eventueel herbouwd na het verbranden van een 13de-eeuwse voorganger, vanaf 1388 door Jan Kuyst van Wijck, schout van Vlijmen. De toren vormde de kern van een Hollands leengoed op de grens van het graafschap Holland en het hertogdom Brabant. Die ligging vormde de aanleiding tot allerlei conflicten en verklaart ook het verdedigbare karakter van deze toren. Naast stookplaats en privaat vallen namelijk ook de zware muren (2,5 – 2,2 meter) en de sporen van schietgaten op. Tijdens de eerste bewoningsfase telde de toren boven kelder en begane grondniveau slechts één verdieping met mogelijk een overdekte weergang onder de kap. In de tweede helft van de 15de eeuw werd de toren verhoogd met een nieuwe zolderverdieping en kreeg de kelder gordelbogen met troggewelven daartussen. In de 16de eeuw werd achter de toren een nieuw woonhuis geplaatst en verplaatste de ingang zich van oost naar west. De laatste bewonersfamilie De la Court verkocht het kasteel in 1903 aan paters Cisterciënzers uit Frankrijk. Deze verbouwden het complex tot klooster (met een kapel als verbinding tussen huis en toren) en voorzagen de woontoren o.a. van een extra verdieping met nieuwe kap. In 1993 volgde een algehele restauratie. De Heemkundekring Onsenoort heeft een deel van de toren in gebruik voor o.a. exposities.
Daarna vertrok het gezelschap naar het nabijgelegen Heusden voor een korte wandeling met uitleg op het voormalige kasteelterrein in de vestingstad en om wat ‘na te praten’ op een van de terrasjes (of binnen) ter afsluiting van deze excursie.
Kasteel van Gaasbeek
De eerste versterkte burcht werd in het midden van de 13de eeuw gebouwd om Brabant te beschermen tegen invallen uit Vlaanderen en Henegouwen. Dat kasteel werd echter verwoest in 1388. De wederopbouw, waarvan een aantal buitenmuren nog te zien is, duurde geruime tijd. Tijdens het eerste kwart van de 17de eeuw liet Renaat van Renesse een Franse tuin, een lustpaviljoen en een kapel optrekken in het domein. In 1695 werd een kasteelvleugel in puin geschoten door de Franse troepen van maarschalk de Villeroi en nadien gesloopt. Van 1887 tot 1897 werd het slot grondig gerestaureerd in een ‘neo’stijl. Hiervoor deed markiezin Arconati Visconti een beroep op architect Charle Albert. Ook het interieur werd volledig heringericht.
Kasteel van Beersel
Opgetrokken tegen het einde van 14e eeuw door de hertogen van Brabant, vormt Beersel een fraai exemplaar van militaire architectuur. Na meerdere malen een beleg te hebben doorstaan, blijkt het kasteel in de 15e eeuw niet te zijn opgewassen tegen het buskruit. Na een aantal keren opnieuw te zijn opgebouwd, raakt het in de 19e eeuw steeds meer in verval. In het begin van de 20e eeuw wordt het kasteel volledig gerestaureerd met behoud van bestaand muurwerk: wat vernield was werd met materialen uit die tijd – met een merkwaardige zin voor historische waarheid – opnieuw opgebouwd aan de hand van prenten en tekeningen uit de 17e en 18e eeuw.
Kasteel van Beersel
|