Kasteel Dussen
In 1387 kreeg Arent van Dussen, baljuw van Zuid-Holland en kleinzoon van Jan van Albrecht van Beieren, Graaf van Holland, toestemming een kasteel te bouwen, of zoals de betreffende oorkonde vermeldde: "een huys ter Dussen op te doen maken .... also groot also starc, alst hen ghenoeghen sal" In 1421 ging het kasteel grotendeels ten onder tijdens de St. Elisabethsvloed. Pas een halve eeuw later werd begonnen met de herstelwerkzaamheden. Sedertdien is het kasteel van hand tot hand gegaan. In het begin van de 20e eeuw is zelfs enige tijd een klooster geweest. Daarna heeft het enige tijd leeg gestaan totdat het na een korte bewoning door een excentrieke vrouw, Rolina Suringar (de vrouw met de zes slapers), verkocht werd aan de de gemeente (1931) voor 15.000 gulden. De gemeente is toen begonnen met de restauratie om het kasteel om te bouwen tot gemeentehuis. Tijdens de oorlog werd al het werk echter weer teniet gedaan door zware oorlogsschade. Na de oorlog is men echter weer opnieuw begonnen met de restauratie, welke in 1953 afgerond werd. Het resultaat kunt u tot op de dag van vandaag bezichtigen.
|